De bouwsector heeft een goed jaar achter de rug. Dat meldt de sectororganisatie Confederatie Bouw. Daarbij wordt gewag gemaakt van een groei met 5,4 procent. De groei was volgens de organisatie echter hoofdzakelijk te danken aan de bouw van nieuwe woningen. De niet-residentiële bouw en de burgerlijke bouwkunde presteerden minder bevredigend.
“Als de Belgische economie in 2005 sneller is kunnen groeien dan het Europees gemiddelde, dan is dit dankzij het dynamisme van de binnenlandse vraag en vooral van de bouw,” aldus de Confederatie Bouw. “Alle sectoren samen genomen, is de Belgische economie in 2005 met 1,5 procent gegroeid, maar in de bouw bedroeg de groei 5,4 procent.”
In de sector nieuwe woningen was de vraag het voorbije jaar het krachtigst. Tussen 2003 en 2005 steeg het aantal bouwvergunningen met 40 procent. Er werden het voorbije jaar 58.800 vergunningen toegekend, het hoogste peil sinds 25 jaar. Dat heeft volgens de organisatie te maken met het historisch laag peil van de rentetarieven en de voorkeur voor appartementen. Die vertegenwoordigen vandaag 50 procent van de bouwvergunningen, tegen slechts een derde tien jaar geleden.
“Maar wij moeten alert blijven en niet denken dat wij in een periode van duurzame vooruitgang op lange termijn zijn beland,” waarschuwt de Confederatie Bouw. “Voor 2006 verwachten wij ondanks de tariefstijgingen een stabilisatie van de vraag, gelet op de bouwreserve die uit de statistieken van de bouwvergunningen te voorschijn komt. Op langere termijn en al vanaf 2007 denken wij dat de huidige stijging niet kan blijven duren.”
Opgemerkt wordt dat de prestaties in de niet-woningbouw verre van bevredigend was. Er werd in volumes wel een stijging van 8,5 procent genoteerd, maar tegelijkertijd een daling van 1,5 procent in het aantal bouwvergunningen, aangezien het vergunde volume werd opgetrokken door één enkel megaproject.
“Voor 2006 is de hoop op een toename van de vraag in dit marktsegment dus gewettigd,” meent Confederatie Bouw. “De ondernemingen hebben hun investeringen in 2005 immers met 9,5 procent opgetrokken en men verwacht dit jaar een nieuwe stijging met zowat 2,5 procent. De gemiddelde omvang van de projecten is in 10 jaar verdubbeld maar hun aantal is met de helft gedaald; momenteel zijn er amper nog 4.000 projecten.”
De sector burgerlijke bouwkunde vertoonde vorig jaar een vooruitgang met 5 tot 6 procent. “Ook dit resultaat is weinig bevredigend op een jaar van de gemeenteraadsverkiezingen, een periode waarin de ondernemingen traditioneel een groot deel van hun omzet boeken,” stipt de organisatie aan. “Voor 2006 kan men een verbetering bij de burgerlijke bouwkunde hopen, maar in mindere mate dan normaal tijdens een verkiezingsjaar.”
Confederatie Bouw vreest wel grote structurele moeilijkheden in de toekomst. “Een aanwijzing is het recordaantal faillissementen,” wordt er opgemerkt. In 2005 legden 1.067 bouwbedrijven de boeken neer. Men stelt voorts vast dat de toename van de activiteit niet meer zoals in het verleden gepaard gaat met een vooruitgang van de tewerkstelling. “De openstelling van de grenzen en de instroom van nieuwe arbeidskrachten met lage lonen zorgt voor een nieuwe concurrentie. Bovendien zijn er de verschillende parallelle arbeidscircuits, in het bijzonder het zwartwerk,” wordt er opgemerkt.
In die context is het volgens de Confederatie Bouw bijzonder jammer dat de bouw niet op dezelfde manier wordt behandeld als andere sectoren. “Zo wordt de bouw grotendeels over het hoofd gezien bij de toepassing van verschillende doelgerichte stelsels, namelijk de stelsels van lastenvermindering, gekoppeld aan bijzondere toekenningsvoorwaarden voor lage lonen, jonge werknemers en ploegenarbeid.”
De Confederatie Bouw vraagt dan ook dat de regering maatregelen zou nemen om de concurrentiepositie van de bouwbedrijven te vrijwaren. “Zij nodigt haar in het bijzonder uit om de kostprijs van de overuren nog meer te verlagen door het percentage lastenvermindering te verdubbelen dat momenteel geldt voor de eerste 65 overuren en door het stelsel van de verlaging uit te breiden tot een tweede periode van 65 overuren,” aldus de organisatie.
Bovendien vraagt de organisatie aan de interprofessionele sociale gesprekspartners om de dialoog over de vrijwaring van het concurrentievermogen voort te zetten en om rekening te blijven houden met een noodzakelijke loonmatiging. Ten slotte vindt de Confederatie Bouw dat het ogenblik is aangebroken om het verlaagd BTW-tarief van 6 procent toe te passen op het slopen en heropbouwen, een voorstel dat de organisatie al geruime heeft geformuleerd om de stadskernvernieuwing te versnellen.